• Geschiedenis jeugd

    Jeugdherinnering  aan S.V. SLUIS
     
    Een boom en een paar jassen dienden als doel. Uren hebben we daar doorgebracht.
    Natuurlijk waren we lid van S.V. Sluis. Buiten de voetbalclub waren er alleen nog de tennis- en de zwemclub.
    In het begin van onze voetbalcarrière speelden we nog op het oude voetbalveld, waar nu de caravans van camping de Meidoorn staan.
    Cees was altijd wel op het voetbalveld te vinden samen met Johan en Theo Boogaard.
    Als we door de week wel eens de euvele moed hadden om op het heilige gras te gaan voetballen dan kon je er de klok op gelijk zetten dat Cees het al had gehoord. Hij kwam dan op zijn fiets aanrijden en riep al van verre dat we het veld afmoesten. We stoven dan alle kanten op.
    S.V. Sluis speelde toen nog zaterdagvoetbal, maar de zondagmorgen na het bezoek aan de kerk was het ook druk en gezellig in het kleine hokje naast de kleedkamers. 
    Begin jaren 70 kwam er een splinternieuw voetbalveld met mooie kleedaccommodatie aan de Zuiddijkstraat. Er verrees ook een houten kantine, die met ”verenigde krachten” was gebouwd.

    De uitwedstrijden waren altijd dikke pret, we konden dankbaar gebruik maken van het groene TSM Volkswagenbusje, bestuurd door Johan of Theo Boogaard. Dit busje was van hun werkgever.
    Er waren ook echte streekderby’s zoals tegen Aardenburg en de wedstrijd tegen Breskens mocht er ook zijn. We gingen zelfs ook wel eens voetballen in België, namelijk bij de voetbalvereniging Knokke.
     
    Een bijzondere gebeurtenis was dat we op voetbalkamp gingen naar het KNVB sportcentrum te Zeist. We speelden daar tegen verschillende elftallen uit het land, onder andere tegen Amsterdammers. Er werden regelmatig over en weer opmerkingen gemaakt over het wederzijdse dialect. Op het veld hoorden we regelmatig op z’n Amsterdams ’trek ’m voor Eefie’ en dat zorgde voor grote hilariteit.
     
    We sliepen in grote tenten en deze waren op een gegeven moment door de hevige regenval blank komen te staan en onze spullen ook. We dreven op het luchtbed, maar lol hadden we. Er werd ook rottigheid uitgehaald, zoals ’s nachts tandpasta op de mond aanbrengen van degene die lagen te slapen. Dit ging dan lekker schuimen en droogde op aan de lippen en dat was niet zo fijn als je dit moest verwijderen.
    Ook zagen we er profvoetballers trainen. Ze trainden in een regenpak terwijl het stralend weer was, want ze moesten flink zweten om af te vallen.

                           
    Het werd steeds professioneler bij S.V. Sluis. We kregen een heuse jeugdtrainer, genaamd Rudi Pleunis. Hij was zeer fanatiek en we kregen zelf tactische lessen. Ook sponsering deed zijn intrede. We kregen trainerspakken en voetbaltassen. Het rood/witte shirt werd vervangen door een geheel rood tenue.
    A-Junioren
                           

    Staande:   trainer Rudi Pleunis, Luc de Badts, Theo Ide, Reggy Dhoore, Eddie Spelier,  
                      Peter Spee, Theo Goethals,  Dikkie Leer, Mario Leenhouwers, leider Piet Westerweele.
    Zittend:    Jean-Pierre du Fosse, Luc van Landschoot, Raoul du Fosse, Patrick Louwret, 
                     Patrick Scherbeijn, Egbert Versprille.
     
    Rudi Pleunis had in militaire dienst gezeten en erg goede contacten met de kazerne in Seedorf (Duitsland). Hij regelde dat we een weekend naar Duitsland gingen om te voetballen tegen het kazerne elftal.
     
    S.V. Sluis had een grote schare vaste supporters, zowel bij thuis-, maar ook bij uitwedstrijden. Wij als jeugdspelers gingen ook regelmatig met het 1e elftal mee. Dit was in de gouden periode, toen we de ene competitie- en bekerwedstrijd na de andere wonnen. We hadden toen een topscoorder van formaat bij S.V. Sluis, namelijk Jaap Ras.
     
    Uiteindelijk verlieten we Sluis en dus ook S.V. Sluis en gingen ieder ons eigen weg.
    We volgden in de krant nog wel de uitslagen, maar S.V. Sluis werd verleden tijd.
    Al met al was het een zeer mooie en bijzondere tijd.
     
    Tekst    Theo Goethals en Patrick Vermeire
     
     
     
     
    Enkele herinneringen aan een voetbalkamp in Zeist door Frank Faes
     
    Hans Ulijn was toendertijd de minst gepasseerde keeper p het toernooi tijdens het kamp terwijl er toch enkele grote elftallen meededen (ik dacht zelfs aan een team van Ajax).
    Wij (voornamelijk Johan Bogaard, Frank Faes en Alfons Mannaert) elke keer de tenten (ons bivak) net zogenaamd aan het schoonmaken waren, toen de kampcontrole langskwam en wij aan het eind van het kamp de hoofdprijs hadden gewonnen (een grote slagroomtaart) voor de mooiste onderhouden tent.
                            

     
    Het zwembad tijdens ons zeer warm weekje dicht was op het complex wegens een verbouwing (hadden wij weer die pech) en toen in Zeist zelf ergens zijn gaan zwemmen.
    Een van de baden in dat desbetreffende zwembad dicht was omdat er een ongeluk was gebeurt met een jongetje van een hoge duikplank, vlak voordat wij daar aankwamen
    We onderweg naar dat zwembad een ijsje kregen aangeboden en enkelen van ons dit vlug vlug vlug opaten en weer opnieuw in de rij gingen staan.
    Johan Bogaard hierdoor 7 ijsjes teveel had besteld.
     .   Hij deze ijsjes niet uitdeelde, maar ze echter allemaal zelf op(vr)at.
     .   Dit tot groot ongenoegen van diegenen die ze vlug vlug vlug hadden opge(vr)eten.
     .   Het maal op dat kamp goed was en iedereen veel at.


                            
    Het kamp zeeeeeeeeeer geslaagd was en wij nog een goed resultaat hadden in het kamptoernooi, ondanks dat we maar uit de klei waren getrokken.
     We als Sluis zijnde zo ongeveer bonje hadden met elke andere daar aanwezige club,
    die ons maar als zeeuwse boertjes zagen.
     Er zelfs eens iemand van de tegenpartij op het dak van onze grote eettent was gekropen en hij met een stok van de bezem eraf werd gelanceerd (met de punt van de stok werd ij per ongeluk of niet) in zijn edele delen gestoken door Alfons Mannaert en viel kermend van het dak van onze tent).
     
    Tekst      Frank Faes